Verslag informatiebijeenkomst en demonstratie woningsprinklers
6 oktober 2022
Op 6 oktober was de Twente Safety Campus in Enchede dé plek voor iedereen die meer wilde weten over woningsprinklers en de Publicatie Waardering woningsprinklerinstallaties. De Verenigde Woningsprinklerinstallateurs (VWI) organiseerde een middag met een zeer informatief programma en daarnaast de mogelijkheid om kennis en ervaringen uit te wisselen tijdens de netwerkmomenten. De kennismiddag is tot stand gekomen in samenwerking met De Zorg Brandveilig.
De informatiemiddag begint met een woord van welkom door David Bornebroek van de Twente Safety Campus. Hij geeft een introductie over de drie pijlers van de campus: Veiligheid denken, doen en beleven. Zo is het Safety Field Lab de plek voor testen, onderzoeken en innovaties. Worden er in de Troned Trained Factory realistische scenario’s geoefend en is de Risk Factory het veiligheidseducatiecentrum, waar bezoekers zich bewust worden van veiligheidsrisico’s én oplossingen.
Effecten van brand
De informatiemiddag staat in het teken van de toepassing van woningsprinklerinstallaties en welke voordelen dat oplevert. De eerste presentatie wordt verzorgd door Bob Heukels van de Brandweer Limburg Noord. Hij gaat in op de effecten die een brand in woningen en zorginstellingen heeft. Er zijn veelal slachtoffers en schade, maar soms is het effect minder zichtbaar. Angst, onrust en het besef dit kan mij ook overkomen spelen eveneens een rol. ‘De dynamiek bij een brandbestrijding in een buurt in combinatie met emoties zorgt voor (maatschappelijke) onrust en het gevoel van onbehagen’ aldus Heukels. Bij brand in een zorginstelling kan men zich voorstellen dat de spanning van de situatie ook effect heeft op de medewerkers en patiënten.
Doel Bouwbesluit versus doel prestatie-eisen
Slachtoffers bij branden in woningen en zorginstellingen zijn vooral kwetsbare groepen personen (kinderen, ouderen en niet zelfredzamen). Om bij deze groepen personen te voldoen aan de doelen van het Bouwbesluit 2012 is meer nodig is dan alleen het voldoen aan de prestatie-eisen uit het Bouwbesluit 2012. Dat je namelijk voldoet aan het doel van de prestatie-eisen wil niet zeggen dat je voldoet aan het doel van het Bouwbesluit 2012, namelijk het voorkomen van slachtoffers en het voorkomen van branduitbreiding. Van belang is een risicogestuurde aanpak die naar alle mogelijke risico’s en risicofactoren kijkt die samenhangen met het ontstaan en de effecten van brand en die wordt vertaald naar eigen beleid en maatregelen op bouwkundig, installatietechnisch en organisatorisch vlak. Zo toont onderzoek aan dat de toepassing van een woningsprinkler een positief effect heeft op het realiseren van een (brand)veilige woning en/of zorginstelling. ‘De publicatie van de VWI “Waardering van woningsprinklerinstallaties” zal hopelijk zorgen voor meer samenhang met andere concepten’, zo sluit Heukels af.
Woningsprinklers, wat is het en wat doet het?
Alan Brinson van European Fire Sprinkler Network ging in op de historie van de sprinkler. In de Verenigde Staten in de jaren zeventig van de vorige eeuw vielen er meer dan 8000 doden per jaar door brand en maar liefst 90% werd thuis slachtoffer. Sprinklers zouden helpen vond men, maar de kosten zouden dan moeten dalen. De NFPA startte vervolgens met het ontwikkelen van een sprinklernorm die de meeste branden zou kunnen controleren tegen lagere kosten. Kostenreductie was mogelijk door geen watertank te gebruiken, maar gebruik te maken van de waterleiding. De woningsprinkler sproeit hoger dan een commerciële sprinkler om zo ook gordijnen en meubels te bereiken. Bovendien reageert de sprinkerkop sneller door de 3 mm dikke glasbulb en is minder water nodig voor het beoogde doel.
Bij het ontwikkelen van de woningsprinkler moest het systeem een redelijk ‘worst-case’ scenario aankunnen. De moeilijkste test was die met een snelgroeiende brand in een afgeschermde hoek. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een norm voor woningsprinklers in de Verenigde Staten waar ook de Europese norm (NEN-EN 12259-14) op gebaseerd is. Brinson eindigt zijn presentatie met de voordelen van woningsprinklers. Ze beperken het aantal slachtoffers en schade. Er zijn meer dan 85% minder dodelijke slachtoffers, meer dan 60% minder gewonden en meer dan 45% minder schade. De overlevingskansen worden vergroot doordat de woningsprinkler de brand beheerst en de temperatuur verlaagt.
Brinson laat zien dat er tussen de toepassing van woningsprinklers in zorginstellingen en appartementen in Europa behoorlijke verschillen zitten. Een ander afhankelijk van de wettelijke eisen die gesteld worden. De Europese markt van woningsprinklers bedraagt ongeveer 900.000 in 2021. Er is veel landen een groei te zien, zodat naar verwachting in 2023 de 1 miljoen sprinklers wordt bereikt.
Brandveiligheid is maatwerk
‘One-size-fits-all’ bestaat niet in brandveiligheid. Brandveiligheid is maatwerk. Wel kun je kijken naar een oplossing die in veel situaties toegepast kan worden’, zo begint Johan Hoogeweg van DGMR zijn presentatie over Waardering van woningsprinklers: de functies en compenserende maatregelen. Hij vergelijkt de waardering woningsprinklers met een gereedschapskist. Je kunt spelen met de zwaarte van de BIO-aspecten (Bouwkundige maatregelen, Installatietechnische maatregelen, Organisatorische maatregelen). De drie zijn van gelijke zwaarte in het Bouwbesluit 2012, maar het is ook mogelijk bijvoorbeeld minder organisatorische maatregelen toe te passen en wat meer installatietechnisch, zoals woningsprinklers. De sprinkler wordt niet genoemd in het Bouwbesluit, maar als maatwerkoplossing is het wel een gelijkwaardige oplossing. Een onderdeel weglaten is niet mogelijk, maar de balans tussen de drie is aan te passen.
Gereedschapskist voor waardering woningsprinklers
Terug naar de gereedschapskist. Wat moet hier in zitten? Als eerste betrouwbaar en veilig gereedschap. Het moet toepasbaar zijn voor meerdere situaties en je hebt een goede handleiding nodig. Wat kan en mag je wel doen en wat zeker niet. De publicatie ‘Waardering woningsprinklerinstallaties’ is net zo opgebouwd, vertelt Johan Hoogeweg. De publicatie bevat ook Informatie over wet en regelgeving, onderbouwingen en verwijzingen, onderbouwingen van de compenserende maatregelen en verwijzingen naar literatuur, geschiedenis en meer. Hoogeweg geeft de aanwezigen mee vooral hoofdstuk 3 over mogelijke functies en gebruik van de woningsprinklerinstallatie als compenserende maatregel te onthouden. ‘Je kan met de kist een standaard bouwpakket in elkaar zetten, dat nooit helemaal zal voldoen aan je wensen. Je kan er ook zelf iets mee bouwen, als je de onderdelen en handleiding maar hebt. Vertaal je deze opties in de publicatie dan zijn de compenserende maatregelen een generiek uitgewerkt pakket en zijn de functies een leidraad voor het invullen van de “waarde” van de individuele woningsprinklerinstallatie. Invulling dient per project concreet gemaakt te worden’.
Hoogeweg verwijst naar de VWI publicatie waar de functies en compenserende maatregelen staan weergegeven in respectievelijk tabel 12 en tabel 13. Ter afsluiting geeft Hoogeweg nog enkele voorbeelden van een compenserende maatregel in het geval van het verruimen van de woonfunctie in portiekflat en van de functie verbeteren van de vluchtveiligheid van bewoners.
Waarnemingen uit het veld
Ernst Rijkers van SGS Floriaan gaat in op de projectaanpak bij waardering van woningsprinklers. Hij somt de kenmerken van een projectaanpak op: management van verwachtingen, van vertrekpunt naar uitgangspunt en alle betrokken partijen betrekken.
Vervolgens noemt hij enkele waarnemingen uit het veld waar de projectaanpak een rare wending neemt. Zoals te sterk leunen op het Bouwbesluit 2012. Alleen sprinklers installeren indien echt niet aan het Bouwbesluit kan worden en bij forse bouwkundige besparingen. Rijkers ziet vaak een worsteling met de omvang van de sprinklerbeveiliging met soms onlogische demarcatie van gesprinklerd gebied. Gelijkwaardigheid door sprinklers wordt gezien, de extra voordelen vaak niet. Een kleine uitbreiding van de omvang geeft veel extra brandveiligheid, maar worden vaak niet meegenomen. De invloed van de UPD opsteller is beperkt, indien hij/zij niet de opsteller is van het (reeds goedgekeurde brandveiligheidsconcept.
Als tip voor het voorkomen van het ontsporen in de projectaanpak noemt Rijkers goed nadenken wie aan tafel horen en deze vroegtijdig bijeen te laten komen. Brandveiligheid zou als aparte issue op de agenda horen te staan. De interactie met de BIO-maatregelen is lastig, goede vastlegging is dus vereist. Verandert er iets dan zou er direct nagedacht moeten worden over wat deze verandering betekent voor de brandveiligheid.
Primeur onderzoek Stay in place
Als laatste sprak Ruud van Liempd van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV). Een primeur over het onlangs verschenen onderzoek naar stay in place.
Het NIPV onderzocht in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of risico’s van rookverspreiding voor het vluchten en voor het stay in place concept beperkt kunnen worden door aanvullende voorzieningen. Van Liempd neemt de aanwezigen mee in het onderzoek dat NIPV deed.
De meerwaarde van sprinklers
Aanleiding voor het onderzoek zijn het toenemende aantal verminderd zelfredzamen bij brand in een woonomgeving (ouderen, maar ook mensen met beperkingen). Voor deze mensen kost vluchten meer tijd en het stay in place concept is mogelijk een alternatief. Dat laatste vraagt dan wel aanpassing van het gebouw.
De opzet van het onderzoek is gebaseerd op 3 gebouwtypen en 3 doelgroepen (algemeen, kwetsbaar en zeer kwetsbaar). De beschikbare veilige tijd (AST) en benodigde veilige tijd (RST) geven de mate van veiligheid aan.
Stay-in-place-concept: de brandruimte wordt ontruimd. In de andere woningen blijven de mensen zitten. De RST is bepaald op 90 minuten, maar verschilt per gebouw. Bij de bepaling van de RST van 90 minuten wordt rekening gehouden met de toxiciteit, warmte en zicht.
Het onderzoek bestaat uit drie delen. Het eerste deel gaat over de betrouwbaarheid met en zonder sprinkler, waarbij de effectivitet van sprinklers is meegenomen. Uit het onderzoek blijkt dat de betrouwbaarheid in het ontvluchtingsconcept zonder sprinkler laag is en bij de kwetsbare doelgroep zelfs erg snel omlaag gaat. Bij het stay in place concept is dat nog altijd erg laag te noemen. Om het veiliger te maken is actie nodig.
Het tweede deel van het onderzoek ziet op betrouwbaarheid draag- en scheidingsconstructies. De betrouwbaarheid voor een stay-in-place-concept is lager (57%) dan bij een ontvluchtingsconcept (83-97%). Voor het stay-in-place concept is een 30 minuten hogere WBDBO en WTB draagconstructie nodig.
Eveneens blijkt uit het onderzoek dat de sprinklers de thermische belasting fors reduceren en een lage faalkans kennen. Sprinkler is een goed alternatief voor ophogen van WBDBO en WTB.
Het derde deel van het onderzoek gaat over menselijk gedrag. Het onderzoek toont aan dat voor niet mobiele mensen het stay in place concept van meerwaarde is en goed toepasbaar is. Voor gemiddeld mobiele mensen is er meestal geen noodzaak en hun gedrag is tijdens een brand onvoorspelbaar. Voor verminderd mobiele mensen kan het stay in place concept zeker meerwaarde hebben, maar hun gedrag tijdens een brand is onvoorspelbaar. Een gesloten deur van de brandruimte is erg belangrijk voor beperking van de rookverspreiding. Alsnog vluchten door een rooklaag heen, kan zeker voor verminderd mobiele mensen voor een te lange vluchttijd zorgen.
Van Liempd vat de conclusies van het onderzoek samen. ‘De betrouwbaarheid van het ontvluchtingsconcept is fors lager voor de meer kwetsbare groepen. Sprinklers geven een flinke verlenging van de vluchttijd en dragen bij aan de betrouwbaarheid van draag- en scheidingsconstructies. Menselijk gedrag is onvoorspelbaar en heeft gevolgen voor zowel het ontvluchtingsconcept als het stay in place concept.
Live demonstratie
De bijeenkomst wordt afgesloten met een live demonstratie door Maikel van der Hulst van Brandweer Flevoland. Gedemonstreerd wordt hoe een brand in een woning beheerst wordt door een woningsprinkler en uiteindelijk ook geblust wordt. Naast alle presentaties, grafieken en tabellen toont deze proefbrand de effectiviteit van woningsprinklers.
Brandveiligwonen door de Verenigde Woningsprinkler Installateurs
De VWI is de branchevereniging die het werkt aan de stimulering van de toepassing van woningsprinklers. Door kennisontsluiting, kennisontwikkeling en bijdrage aan kwaliteitsborging maken we Nederland brandveiliger.
Samenwerking met de zorg brandveilig
De VWI werkt samen met de zorg brandveilig.
In de ochtend is er een bijeenkomst speciaal en alleen voor zorginstellingen over stay-in-place in de zorg.
Ga voor meer informatie naar: https://www.dezorgbrandveilig.nl/agenda/evenement-stay-place-samenwerking-met-vwi-bijeenkomst-woningsprinklers